Reshoring: productie keert terug naar thuisland
Er is een opvallende trend zichtbaar in tal van industrieën: productie die voorheen werd uitbesteed aan lagelonenlanden keert weer terug naar het westen.
Loonkosten zijn in het westen hoog. Veel bedrijven verplaatsten daarom hun productie in de jaren ‘80 naar lagelonenlanden. Dit bleek echter ook nadelen te hebben. Dat ondervond ook het Zaanse Neofos, producent van ledlampen. De kwaliteit van de lampen uit hun fabriek in Shenzhen (China) was ondermaats. Daarom werd besloten de productie terug te halen naar Nederland. In een interview met het NRC(1) geven zij te kennen de hogere loonkosten ruimschoots terug te verdienen aan extra orders. Een gevolg van de verbeterde kwaliteit.
Ook de garnalenindustrie maakte eind vorig jaar een revolutie door. Sinds het verbod op thuispellen werden Hollandse garnalen 25 jaar lang in Marokko gepeld, om vervolgens weer 2700km terug te reizen naar onze supermarkt schappen. Met de uitvinding van een garnalenpelmachine was Telson-Kant in Lauwersoog in staat de productie terug te halen. Niet alleen zijn de garnalen hierdoor verser, ook is het hele proces enorm verduurzaamd.
Productie keert terug naar het westen, waarna het op een slimmere manier wordt uitgevoerd.
Kwaliteit bij Neofos en duurzaamheid bij Telson-Kant zijn slechts twee drijfveren voor reshoring – het terughalen van productie uit een lagelonenland. Wat te denken van:
- besparing op reis- en transportkosten;
- minder gedoe met regelgeving;
- verkorte reactietijden;
- verbeterde innovatie door herenigen van ontwerp en productie.
Automatiseren in de maakindustrie is noodzaak
Zomaar de productie terughalen blijkt niet genoeg om winstgevendheid te verhogen; het dient slimmer en efficiënter te worden gemaakt.
Volgens arbeidseconoom Ronald Dekker is reshoring een correctie op de trend dat alles goedkoper moest(1). Niet verwonderlijk dat uit onderzoek van de Boston Consulting Group blijkt dat ruim de helft van de Amerikaanse productiebedrijven overweegt om productie terug te halen. Een fors aandeel van 21% is er zelfs reeds mee begonnen(1).
Dat betekent overigens niet dat onze hoge lonen – de oorspronkelijke reden voor de stap naar lagelonenlanden – geen probleem meer vormen. Integendeel: net als de garnalenpelmachine van Telson-Kant zal elke sector slimmer moeten gaan produceren. Automatisering speelt hierin voor de maakindustrie een essentiële rol .
Verspaners zoeken flexibiliteit
De afgelopen 10 jaar hebben veel grote productiebedrijven hun productie geautomatiseerd met oplossingen van Cellro. Van voedingsmiddelen tot de medische sector en van automotive tot hightech.
Deze bedrijven kozen voor Cellro vanwege hun behoefte aan een vorm van automatisering die mee kan veranderen met hun toekomstige productie. Veel van deze verspaners bezitten een eigen productportfolio, waarvoor Cellro de meest passende robot heeft verzorgd. Hiertoe beschikken wij over een goed gevulde databank met grijper ontwerpen: van lichte tot zware payload, grijptechnieken op basis van vacuüm, klemkracht, magnetisme al dan niet aangevuld met vision, druk regeling of sensoren. Zo ontstaat een optimaal passend systeem.
Maar wat als de producent in de toekomst andere producten gaat maken? En dat moment is onvermijdelijk. Als kleine toeleverancier in de maakindustrie geniet je helaas niet van de luxe van een garnalenfabriek: productie-aantallen zijn laag en onderlinge productdiversiteit is groot. Het antwoord op deze behoefte aan flexibiliteit: modulariteit.
Hoe Cellro staal flexibel maakt
De oplossing om robotautomatisering te combineren met de flexibiliteit en veelzijdigheid van een werknemer is modulariteit.
Cellro richt zich al sinds haar oprichting op modulaire, flexibele en bovenal slimme automatiseringsoplossingen. Mooie woorden, maar wat betekent dat nou in de praktijk?
Een goed voorbeeld: onze wisselbare grippers. Onze robots bezitten aan het eind van de arm een basiskop waarin gestandaardiseerde lucht en signaal-connectoren zitten. Door onze cellen te voorzien van een gripper wisselstation is de robot in staat zelf zijn ‘gereedschap’ te wisselen. Dit vraagt om slimme software, die de robot zowel bewust maakt van zijn huidige gereedschap en het proces als geheel.
Vergelijk het met een servicemonteur en een fabrieksarbeider: waar de fabrieksarbeider veelal in een productielijn dezelfde bout met dezelfde sleutel aandraait, heeft een servicemonteur een complete doppenset bij zich en vaak zelfs ook nog een verstelbare bahco. Een mooi voorbeeld van deze veelzijdigheid is te vinden op YouTube.
Het is de brede inzetbaarheid van modulaire automatisering die u als verspaner de zekerheid geeft van een langdurig hoger rendement. Want ook wanneer er iets verandert in uw productie, kunt u winstgevend doorproduceren. Hoewel modulaire automatisering bij aanschaf iets duurder is dan statische automatisering, verdient u dit verschil op lange termijn gemakkelijk terug door meer uren inzetbaarheid.
Bron: (1) http://www.nrcreader.nl/artikel/6901/van-lagelonenland-terug-naar-nederland